Het ontstaan van Baalder

Rondom de Vecht. 

 

De Vecht, die door Hardenberg stroomt, is in de ijstijd ontstaan. In het Münsterland (D) liggen verschillende bronnen van de Vecht. Zo wordt o.a. een bron gevormd door de slotgracht van het kasteel Darfeld en in het Duitse Eggerode wordt de Vecht gevoed door Burloërbeek en Rokelerbeek Het woord Vecht komt van Fetha of Fechta. Bij de Romeinen was het Fecio. Ook werd het Vehere genoemd, wat varen betekent. De Vecht komt bij de Vilsterborg ons land binnen en slingert zich in natuurlijke bochten tussen de zogenaamde bergjes door.. De rivier de Vecht vormde vanouds de levensader voor Hardenberg. Dankzij de Vecht en het Vechtdal konden mensen zich vestigen in deze omgeving. De Vecht was in het ijstijdentijdperk een hele brede, grote rivier. Bewoning alhier was klimatologisch niet mogelijk. Na de laatste ijstijd verandert dit. Het ijs smelt, er gaan bossen groeien, moerassen vormen zich en de Vecht krimpt aanzienlijk in. De sporen die de ijskap nagelaten heeft, zijn echter tot vandaag de dag zichtbaar in het landschap (stuwwallen, zwerfkeien). We spreken nu van de millennia tussen 15.000 en 10.000 voor Christus. Uit deze periode kennen we de eerste sporen van bewoning. De Vecht die inmiddels verworden was tot regenrivier, trekt mensen aan. Zo zijn in het nabij liggende dorp Mariënberg veel vondsten gedaan die wijzen op bewoning in het de middensteentijd, ongeveer 11.000 jaar geleden. Ook uit latere tijden zijn er daar vondsten gedaan, zoals graven uit ongeveer 6600 v.C. en voorwerpen uit de bronstijd (1700-700 v.C.). Ook in Hardenberg zijn er vondsten gedaan uit de jongere steentijd (o.a. houten kano’s bij de Vecht) en ook uit de bronstijd, zoals een bronzen offermes.

Vondsten van na 3000 v.C. zijn vooral langs de rivier de Vecht gevonden (o.a. in de oude buurtschap Baalder).. Men woonde in groepjes bijeen, verspreid over ten hoogste drie boerderijtjes. Een nederzetting bestond dan ook hooguit maar uit 20 personen. Mogelijkerwijs zijn dit soort nederzettingen later uitgegroeid tot dorpen en steden.

Baalder wordt dus al eeuwenlang bewoond. De rondtrekkende nomaden zochten in het moerassige land de hoogten op, die ontstonden door stuifzanden. Deze heuvels werden “bergen” genoemd, waaraan verschillende plaatsen in de omgeving hun naam te danken hebben. Zo heb je Gramsbergen, Hardenberg, Bergentheim en Mariënberg.. Het Vechtwater overstroomde het land elk jaar en zorgde voor afzetting van vruchtbaar slib. Buiten de zandgronden was er niets dan veen en moeras. Deze heuvels werden “bergen” genoemd, waaraan verschillende plaatsen in de omgeving hun naam te danken hebben. Zo heb je Gramsbergen, Hardenberg, Bergentheim en Mariënberg. En tussen twee “bergen”’, Gramsbergen en Hardenberg, streken de eerste bewoners neer. Zij hadden de hoogten nodig om te wonen en om voedsel te verbouwen. Er kon op wild worden gejaagd en er was water in overvloed voor dagelijks gebruik en om in te vissen. Ze bouwden hier hun hutten en leefden van wat de natuur hen bood. In de loop der eeuwen groeide de bevolking. De onderkomens werden verbeterd en bossen en heidevelden werden ontgonnen. Zo ontstond de buurtschap Baaider.

De naam “Baalder”.

In 1385 had dit gebied de naam Bodelaar of Bodeler. Bodel stamt waarschijnlijk af van het midden-Nederlandse woord Bodel wat huis en hof betekent, verwant aan ons woord boedel in roerende goederen of erfenis. In de omgeving van Gramsbergen spreken ze nu nog van Boolder. Rond 1449 werd van Badeler gesproken en in 1783 stond het bekend als Baler-laar (= bosweide). Het werd ook wel geschreven als Baelder. In het dialect noemen wij het Boalder, terwijl het in het Nederlands Baalder is.

Opgravingen.

Van de allereerste bewoners die zich hier vestigden weten we heel weinig. Omdat ze niet konden schrijven staat er niets van de toenmalige geschiedenis op papier. Toch weten we wel iets van hen door middel van overblijfselen uit die tijd, die op de Baalderesch zijn gevonden.

In 1937 werd de hoge esgrond afgegraven om dode vechtarmen te dempen en om de Marsch in Hardenberg op te hogen. Op die es werden voorwerpen gevonden, in de buurt waar nu de Beekberg is. In het begin speelden kinderen uit Baalder met de gevonden stenen. In het midden van de stenen bevond zich namelijk een gat waar je prachtig een touw door kon steken, waarmee je de stenen een flink eind weg kon slingeren! Niet wetende dat men met eeuwenoud “speelgoed” van doen had. Men vond meer voorwerpen zoals urnen, kommen, trechterbekers en schaaltjes van aardewerk. Ook trof men er prachtige gepolijste hamers en bijlen van steen aan. Eerst werd verondersteld dat deze voorwerpen uit het Gallo-Germaanse tijdperk dateerden, van plm. 300 jaar vóór en 100 jaar na Christus. De gerenommeerde archeoloog Mr. ter Kuile kwam later evenwel tot de conclusie dat deze vondsten van plm. 2000 jaar voor onze jaartelling waren. De vondsten zijn thans te bezichtigen in de Oudheidkamer te Hardenberg en in het Historisch Centrum te Zwolle.

De eerste boerderij.

Toen in de herfst van 1974 werd begonnen met de aanleg van de woonwijk Baalder voor stadsuitbreiding, zijn in 1978 ( bij de aanleg van Baalder-Esch)sporen gevonden van een boerderij uit het jaar 800 na Chr. Die boerderij was 5 a 7 meter breed en 24 meter lang. De resten van een tweede boerderij, die gevonden werden, stamden uit het jaar 1100 na Chr. Voor de vloeren werd al leem gebruikt. Deze restanten zijn gevonden waar nu het Wilgenstuk en Onder- en Bovenmaat zijn. De huidige bewoners zijn dus niet de eerste inwoners van Baalder.

De ontsluiting van Baalder.

De ontwikkeling van dit gebied nam een grotere vlucht toen de Vecht werd bevaren en midden 1800 het Overijssels Kanaal werd gegraven. Later werd de Baalderdijk van Hardenberg naar Gramsbergen verhard en in 1905 werd de spoorlijn Zwolle – Emmen aangelegd.

Familiebanden.

Men bleef vroeger meestal in eigen omgeving wonen. Reizen buiten de vertrouwde omgeving was moeilijk. Het moest doorgaans te voet gebeuren. Het is dan ook geen wonder dat, als je nu in de bevolkingsregisters duikt, er heel wat gezinnen in Baalder familie van elkaar waren. Werd er getrouwd met iemand van zo’n 20 km verderop dan was het vaak een boerenknecht of -meid die daar werkte. En ook uit de grensstreek van Duitsland kwam regelmatig een bruid of bruidegom. Omdat men veelal in eigen omgeving bleef werden de boerderijen versnipperd. Was er een gezin met meerdere zonen dan bleef de oudste vaak op de ouderlijke stee. Konden de anderen niet ergens introuwen dan kreeg men een gedeelte van de grond met een huis erop, als er tenminste niets te koop was. Dit verklaart ook de vele kleine akkertjes die te zien zijn op de kaart van Baalder. Tussen de akkers lag een scheidingssteen (scheidsteen). Het kwam wel eens voor dat zo’n steen verlegd werd. Op die manier eigende men zich langzamerhand een groter stuk grond toe, met alle gevolgen van dien. Op de toenmalige Baalderesch was het een hele bedrijvigheid. Iedereen bewerkte zijn akker. In het voorjaar werd er geploegd en geëgd om het land bouwrijp te maken. Had men een paard dan werd die voor de ploeg gespannen. Maar soms werd ook wel van een koe gebruik gemaakt, wat natuurlijk de melkopbrengst niet ten goede kwam.

Vanaf 1978 werd het aanzien van Baalder drastisch gewijzigd. Boerderijen werden met de grond gelijk gemaakt. Niet heel de buurtschap Baalder werd bebouwd met nieuwbouw; het noord-oostelijke deel (tussen Meester Westerhofdijk en Rodedijk) bleef onaangetast. Sommige boeren kregen van de gemeente vergunning om elders opnieuw te beginnen. Kortom de buurtschap “Baalder”onderging een complete metamorfose. Een oud-inwoner van Baalder kan hier en daar aan het o.a. stratenpatroon en oude bomen de ligging van de oude buurtschap nog wel herkennen.

( bronnen: uit het boekje “ Boalder vertelt zien geschiedenis ” en met hulp van de gemeentearchivist A. C. A. Pullen.)

Download hier een plattegrond van Baalder.